KAPITEL 6: Unterwegs!
Redemittel - Den Weg fragen und erklären
Entschuldigung, wo ist + RESE Pardon, waar is + Nominativ
- der Bahnhof? het station
- der Marktplatz? de markt
- der Supermarkt? de supermarkt
- der Park? het park
- die Apotheke de apotheek
- die Post? de post
- die Kneipe? het café
- die Kirche? de kerk
- die Schwimmhalle? het (overdekte) zwembad
- die Bushaltestelle? de bushalte
- die Brücke über den Rhein? de brug
- die Touristinformation? de touristische dienst
- die …straße? de … straat
- das Kino? de cinema
- das Hotel …? het hotel …
- das Restaurant …? het restaurant …
- das Rathaus? het stadhuis
- das Museum? het museum
- das Freibad? Het openluchtzwembad
- …
Entschuldigung, ich suche + NESE Pardon, ik zoek + Akkusativ
- den Bahnhof het station
- … …
Entschuldigung, wo gibt es (hier) + NESE Pardon, waar is hier ergens + Akkusativ
eine Telefonzelle? Een telefooncel
eine Apotheke? Een apotheek
…
die Kreuzung het kruispunt
überqueren (! niet scheidbaar) oversteken
abbiegen / einbiegen afslaan / inslaan
halten stoppen
Der Bahnhof / die Post / … liegt im Zentrum. Het station / de post / … ligt
in het centrum.
Gehen Sie die erste / zweite / dritte Straße links. Sla de 1e / 2e / 3e straat links af.
Biegen Sie ab nach rechts / nach links. Sla rechts / links af.
Biegen Sie ab in die … straβe. Sla af in de … straat.
Gehen Sie geradeaus am Kreisverkehr. Ga rechtdoor aan de rotonde.
Gehen Sie bis zur Kreuzung. Ga tot aan het kruispunt.
Biegen Sie ab nach links an der Ampel. Sla af naar links aan het verkeerslicht.
Der Bahnhof liegt gleich um die Ecke. Het station ligt onmiddellijk om de hoek.
Der Bahnhof liegt in der Nähe / nicht weit von hier. Het station ligt in de buurt / niet ver van hier.
Überqueren Sie die …straße. Steek de …straat over.
Überqueren Sie den Marktplatz. Steek de markt over.
Tut mir Leid, ich bin selber fremd hier. Het spijt me, ik ben zelf niet van hier.
Zuerst ten eerste
Dann / danach dan / daarna
Erstens / zweitens / drittens / … ten eerste / ten tweede / ten derde
Zum Schluss / Schlieβlich ten slotte
Dann sind Sie da. Dan bent u er.
Vielen Dank. Heel erg bedankt.
Gern geschehen / keine Ursache. Graag gedaan.